Waardeoverdracht: alles over pensioen overdragen

bijgewerkt op 16 december 2019

Aandachtspunten bij waardeoverdracht werkgeverspensioen

Lees op deze pagina informatie over waardeoverdracht van werkgeverspensioen. Waardeoverdracht houdt in dat het werkgeverspensioen dat je bij een pensioenuitvoerder via een bepaalde werkgever hebt opgebouwd wordt overgeheveld naar een andere pensioenuitvoerder. Dit is een samenvatting van wat je kunt lezen in ons boek ‘Pensioen voor dummies – hoofdstuk 17 over:

  • ​De verplichting om mee te werken aan waardeoverdracht
  • Collectieve waardeoverdracht
  • Individueel recht op waardeoverdracht
  • Bevoegdheid tot waardeoverdracht

Verplichtingen om mee te werken aan waardeoverdracht

Er bestaan veel situaties waarbij jij als klant, je werkgever en de pensioenuitvoerder verplicht moeten meewerken aan waardeoverdracht. Dat geldt voor de volgende situaties:

waardeoverdracht pensioen tegenhouden

Verplichting meewerken aan waardeoverdracht door de pensioenuitvoerder vanwege  individueel recht van waardeoverdracht

  • ​​​Je stopt met werken bij een werkgever, gaat bij een andere werkgever in dienst en verzoekt de opgebouwde waarde over te hevelen naar een nieuwe pensioenuitvoerder
  • Je blijft werken bij een werkgever, maar op basis van een andere pensioenovereenkomst en verzoekt de opgebouwde waarde over te hevelen naar een nieuwe pensioenuitvoerder
  • Bij emigratie stop je met deelnemen aan een pensioenregeling en je verzoekt de opgebouwde waarde over te hevelen naar een pensioenuitvoerder in het buitenland
  • Je woonde in het buitenland, start met deelnemen aan een Nederlandse pensioenregeling en verzoekt de opgebouwde waarde over te hevelen vanuit een pensioenuitvoerder in het buitenland

Verplichting meewerken aan waardeoverdracht door de pensioenuitvoerder vanwege shoprecht

  • Een klant die de pensioendatum bereikt met een kapitaal- of premieovereenkomst (lees in Pensioen voor Dummies wat dat precies inhoudt en hoe je dat herkent) en verzoekt de opgebouwde waarde over te hevelen naar een andere pensioenuitvoerder om een uitkering aan te kopen

Verplichting meewerken aan waardeoverdracht zowel door de pensioenuitvoerder als klant vanwege liquidatie

  • Verplichting voor zowel de pensioenuitvoerder als de klant indien:
    • de huidige pensioenuitvoerder liquideert (bestaat dan niet meer) en de toezichthouder is uiterlijk 3 maanden vooraf geïnformeerd over het plan van een collectieve waardeoverdracht en de toezichthouder legt geen verbod tot waardeoverdracht op

Verplichting meewerken aan waardeoverdracht zowel door de pensioenuitvoerder als klant vanwege klein pensioen (vanaf 2019)

  • Is de waarde van een pensioen gelijk aan wat geldt voor kleine pensioenen en groter dan 2 euro, dan mag (niet moet) de oude pensioenuitvoerder vanaf 2019 de waarde overdragen naar een andere pensioenuitvoerder. Voor bestaande kleine pensioenen mag dat vanaf 2020.

Collectieve waardeoverdracht

waardeoverdracht verplicht

Bij een collectieve waardeoverdracht worden alle werkgeverspensioenen van klanten van een bepaalde werkgever of pensioenuitvoerder overgeheveld naar een andere pensioenuitvoerder. Vaak gelden dan andere voorwaarden en tarieven. Zoals je hiervoor las komt collectieve waardeoverdracht voor bij liquidatie van een pensioenuitvoerder. Maar er zijn meer situaties waarbij collectieve waardeoverdracht plaatsvindt. Denk aan:

  • Fusie of overname van een werkgever
  • Grote wijzigingen in de voorwaarden van de pensioenregeling
  • Wijziging van pensioenuitvoerder bij dezelfde werkgever
  • Verhoging pensioenrichtleeftijd (vanaf 2019 mag zonder recht van verzet de waarde actuarieel gelijkwaardig worden overgeheveld naar een waarde op een andere pensioenrichtleeftijd)

Een aantal voorwaarden van collectieve waardeoverdracht staan waarschijnlijk in de uitvoeringsovereenkomst met de vorige (huidige) pensioenuitvoerder, bijvoorbeeld onder het kopje “exitvoorwaarden” of “voorwaarden bij collectieve waardeoverdracht”. Denk aan een een termijn waarbinnen de collectieve waardeoverdracht moet worden aangevraagd, welke pensioenaanspraken voor collectieve waardeoverdracht in aanmerking komen en hoe de kosten worden verdeeld.

Instemming OndernemingsRaad (OR)

waardeoverdracht instemming

Is de overdragende pensioenuitvoerder een verzekeraar? Dan moet een OR of bij het ontbreken van een OR een vertegenwoordiging van het personeel in een vroeg stadium worden betrokken. Uiteindelijk moet het hele personeel in het proces worden betrokken, maar een goede afstemming vooraf met vertegenwoordigers in combinatie met een correcte belangenafweging is erg belangrijk. Dat geldt alleen bij collectieve waardeoverdracht. Er wordt meestal wel gewezen op de mogelijkheid van individuele waardeoverdracht en shoprecht, maar verder wordt je als klant aan je lot overgelaten bij het besluit of dat wel of niet verstandig is.

Instemming toezichthouder

De vorige pensioenuitvoerder moet een voornemen tot collectieve waardeoverdracht uiterlijk drie maanden voor de beoogde datum schriftelijk melden aan de DNB. Maar in de praktijk wenst deze toezichthouder eerder te worden betrokken. De toezichthouder heeft geen rol bij individuele waardeoverdracht en shoprecht. DNB toetst bij een voornemen tot collectieve waardeoverdracht onder andere:

  • Een (concept) Overeenkomst van collectieve waardeoverdracht
  • Een vrijwaring tussen de werkgever, de vorige pensioenuitvoerder en de nieuwe pensioenuitvoerder

Reactie toezichthouder op voornemen collectieve waardeoverdracht

De toezichthouder kan binnen drie maanden na de melding:

  • Aanvullende vragen stellen waardoor te termijn wordt opgerekt
  • Bezwaar maken
  • Een verklaring van geen bezwaar afgeven
  • Niets laten horen

Zodra vragen naar tevredenheid van de toezichthouder zijn beantwoord of na een verklaring van geen bezwaar of nadat de termijn van drie maanden verstrijkt zonder bericht kan de collectieve waardeoverdracht plaatsvinden na een instemmingsproces van alle (ex-)werknemers.

Goedkeuringsproces OR of vertegenwoordiging werknemers

waardeoverdracht pensioen rol or

Er vindt geen goedkeuringsproces via een OR of vertegenwoordiging van werknemers plaats bij individuele waardeoverdracht en shoprecht. Wel bij collectieve waardeoverdracht waarbij recht van verzet bestaat. Na instemming van de OR of een vertegenwoordiging van de werknemers moeten alle individuele (ex-) werknemers instemmen met de voorgenomen collectieve waardeoverdracht. Meestal worden gedurende het proces het personeel meerdere keren geïnformeerd over de stand van zaken, maar uiteindelijk moet een goedkeuringsproces in gang worden gezet. Alleen informeren is niet voldoende. Grofweg komen twee goedkeuringsprocessen voor.

  1. Negatieve optie (“opting out”)

(ex-) werknemers en (ex-)partners krijgen correcte, duidelijke en evenwichtige  informatie over alle gevolgen van de collectieve waardeoverdracht en een redelijke termijn van 1 tot 4 maanden om gemotiveerd bezwaar te maken. Wordt geen bezwaar gemaakt? Dan gaan alle partijen er van uit dat de persoon akkoord is en worden de pensioenen collectief overgedragen; Wordt wel bezwaar gemaakt? Dan wordt gekeken of de argumenten eerder zijn meegewogen bij de besluitvorming. Zo ja, dan wordt meestal het besluit ongegrond verklaard. Zo niet, dan wordt meestal een maatwerkoplossing gezocht. Dat kan betekenen dat die persoon niet meegaat in de collectieve waardeoverdracht of dat er een compensatie wordt aangeboden in geld of verbeterde pensioenaanspraken of andere arbeidsvoorwaarden.

2. Akkoordverklaring

(ex-) werknemers en (ex-)partners krijgen correcte, duidelijke en evenwichtige informatie over alle gevolgen van de collectieve waardeoverdracht en een redelijke termijn van 1 tot 4 maanden om voor akkoord te tekenen en de akkoordverklaring terug te sturen. Wordt geen akkoord verkregen? Dan wordt gekeken of die persoon met het pensioen achter kan blijven de vorige (huidige) pensioenuitvoerder of wordt geprobeerd die persoon te overtuigen met een ander aanbod. Dat kan betekenen dat die persoon een compensatie wordt aangeboden in geld of verbeterde pensioenaanspraken of andere arbeidsvoorwaarden. Soms wordt ook teruggevallen op de negatieve optie en wordt een eventueel bezwaar dat tijdens gesprekken naar voren komt dat al eerder is meegewogen bij de besluitvorming ongegrond verklaard.

Individueel recht op waardeoverdracht

Individuele waardeoverdracht is oorspronkelijk bedoeld om pensioenbreuk te voorkomen. Het is een wettelijk recht voor de werknemer, dat betekent dat de werknemer er gebruik van kan maken (maar dat hoeft niet). Als de werknemer er gebruik van maakt, dan zijn de pensioenuitvoerders en de werkgever meestal verplicht om er aan mee te werken. Lees hieronder meer over individuele waardeoverdracht, onder andere het proces in ons stappenplan en over alle voor- en nadelen voor de werknemer.

Stappenplan individuele waardeoverdracht pensioen

Waardeoverdracht door een DGA

​Een dga kan pensioen opbouwen met een polis in de PW-sfeer (op basis van overgangsrecht) of in de LB-sfeer. PW staat voor PensioenWet en LB voor de Wet op de Loonbelasting 1964. Dit onderscheid is waarschijnlijk af te leiden uit de polis; informeer anders bij de betreffende pensioenuitvoerder. Het wettelijk recht van waardeoverdracht geldt in beginsel niet voor dga’s. Als deze niet onder de PW valt, kan hij zijn pensioen niet overdragen van zijn als werknemer (onder de PW) opgebouwde pensioen naar een pensioen in de LB-sfeer. Voorbeelden van pensioen opgebouwd in  de LB-sfeer zijn pensioen in eigen beheer of een pensioenpolis  in de LB-sfeer bij een verzekeraar. Dus pensioen opgebouwd in  de PW-sfeer en pensioen opgebouwd in de LB-sfeer kunnen  nooit vermengd worden.

Berekening overdrachtswaarde

De overdrachtswaarde wordt vertaald in een standaard OP (ingaande 65 jaar) in combinatie met een partnerpensioen van 70% van het OP. Er wordt gerekend met een rekenrente die jaarlijks door de toezichthouder DNB wordt vastgesteld.

Rol van de werkgevers

De werkgevers mogen het individueel recht op waardeoverdracht van een werknemer niet ontmoedigen of beïnvloeden. Daar kan zelfs een boete op volgen, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan (zie hierna onder bijbetalingsverplichting). Dit is een belangrijke regel. De overdrachtswaarde kan erg negatieve gevolgen voor werkgevers hebben, deze wordt namelijk vastgesteld op basis van uniforme, wettelijk voorgeschreven rekenregels. De waarde uit de vorige pensioenregeling wordt volgens het wettelijk tarief omgerekend en vervolgens ingekocht tegen het tarief van de nieuwe pensioenuitvoerder. Dit gebeurt op basis van de pensioenregeling van de nieuwe werkgever. De rente die daarbij gehanteerd moet worden, de rekenrente, is van invloed op de financiële afwikkeling van de waardeoverdracht.

Contractrente, rekenrente

Een werkgever is met een pensioenuitvoerder vaak een andere contract- of rekenrente (contractrente) overeengekomen. Dat is dan een belangrijke factor van het tarief dat de betreffende pensioenuitvoerder hanteert voor zijn eigen pensioenproduct. Is de contractrente anders dan de rekenrente, dan moet een werkgever mogelijk het verschil bijbetalen. Dit probleem doet zich niet voor als de nieuwe werkgever een pensioenregeling heeft op basis ​van

  • een beschikbare premieregelingen of
  • een middelloon- of eindloonregeling waarbij de contractrente ook de rekenrente is.

Bijbetalingsverplichting bij waardeoverdracht

waardeoverdracht nadeel werkgever

Het probleem van de bijbetalingsverplichting bij waardeoverdracht na indiensttreding speelt bij middelloon- of eindloonregelingen waarbij een contractrente is vastgesteld die lager is dan de rekenrente. Bij uitdiensttreding van een werknemer kan mogelijk een terugstorting plaatsvinden.  Dit kan ook omgekeerd plaatsvinden, namelijk bij een contractrente die hoger is vastgesteld dan de rekenrente. Bij het toezeggen van een pensioen wordt nauwelijks stilgestaan bij het risico van bijbetaling na waardeoverdracht door een nieuwe werknemer. Let er daarom op welke contractrente van toepassing is, als gekozen is voor een middelloon- of eindloonregeling. Het risico op bijbetalen – als gekozen is voor een middelloon- of eindloonregeling met een van de rekenrente afwijkende contractrente – komt dus voor in twee situaties: de vorige werkgever had een beschikbare premieregeling;  ǐ de vorige werkgever had een middelloon- of eindloonregeling  ǐ met een lagere contractrente dan de nieuwe pensioenregeling.

Overleg vooraf over waardeoverdracht

Heeft jouw werkgever een eindloon- of middelloon- pensioentoezegging op basis van een contractrente die lager is dan de rekenrente? Bespreek dan wat het zou kosten als je als werknemer die net in dienst is getreden waarde uit een vorige pensioenregeling overdraagt. Weliswaar voorkomt dat niet dat een bijstorting moet worden gedaan, maar wel dat de werkgever door de waardeoverdracht van de betreffende werknemer wordt verrast. Bij een (middel)grote onderneming is het zelfs verplicht hiervoor een voorziening in de jaarrekening op te nemen. En omgekeerd bij uitdiensttreding en een contractrente hoger dan de rekenrente.

Wijzigingen in de afgelopen jaren

Sinds 2015 geldt er geen termijn meer voor het aanvragen van waardeoverdracht. Daarvoor was dat nog zes maanden. Alle aanvragen voor individuele waardeoverdracht na uitdiensttreding nemen pensioenuitvoerders dus in behandeling. De overdrachtsdatum is de datum waarop de nieuwe uitvoerder het verzoek tot waardeoverdracht van de deelnemer fysiek of digitaal ontvangt, niet de datum waarop de deelnemer het formulier voor waardeoverdracht ondertekent.

Er is een Regeling beperking bijbetalingslasten ingevoerd en inmiddels ook weer gewijzigd. Deze regeling beperkt de bijbetalingsplicht en houdt in dat de werkgever niet hoeft mee te werken aan de waardeoverdracht van pensioenaanspraken, als hij aan 2 voorwaarden voldoet:

  1. De bijbetaling bedraagt meer dan € 15.000
  2. De bijbetaling is meer dan 10% van de overdrachtswaarde

Deze regeling geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2015 voor álle werkgevers. Tot 1 januari was de regeling nog voorbehouden aan ‘kleine werkgevers’. Dit zijn werkgevers met een maximale loonsom van € 785.000 (2015).

Als een werkgever meer dan € 15.000 en 10% van de overdrachtswaarde moet betalen, dan sturen pensioenuitvoerders de werkgever een brief. De werkgever mag (meestal binnen een of twee maanden) beslissen of hij wil meewerken. Reageert hij niet of weigert hij medewerking? Dan stopt de pensioenuitoerder de waardeoverdracht.

Bevoegdheid tot waardeoverdracht

Wanneer is waardeoverdracht nu wel of niet goed voor jouw situatie? Hieronder vermelden wij 11 aandachtspunten die van belang zijn te bekijken wanneer je gebruik kunt maken van:

  • Individueel recht op waardeoverdracht
  • Shoprecht
  • Recht van bezwaar bij collectieve waardeoverdracht

11 redenen: Pensioen wel of niet overdragen

waardeoverdracht

Voor (ex-) werknemers zijn onderstaande 11 punten van belang om te bekijken of waardeoverdracht wel of niet zinvol is.

Type pensioenregeling

Is de nieuwe pensioenregeling een eindloonregeling en verwacht je meer dan de gebruikelijke loonindexaties aan salarisstijgingen mee te maken? Dan heeft waardeoverdracht een positief effect op je pensioenopbouw. Bij alle andere typen pensioenregelingen is dat moeilijker te voorspellen. Krijg je bij je nieuwe werkgever een beschikbare premieregeling met beleggingsmogelijkheid, dan moet worden geschat wat de rentestand is op de pensioendatum. Dit bepaalt voor  een belangrijk deel de hoogte van je uitkering die met het opgebouwde kapitaal kan worden verkregen, en/of hoe de inleg rendeert. Dit bepaalt in belangrijke mate hoe hoog het kapitaal wordt waarmee uiteindelijk een uitkering kan worden aangekocht. Krijg je bij je nieuwe werkgever een middelloonregeling, dan is in ieder geval van belang hoe de pensioenen in de nieuwe regeling worden geïndexeerd.

Indexatie (toeslagen)

waardeoverdracht pensioen indexatie

​Veel pensioenregelingen kennen een indexatiebeleid. Soms is een indexatie onvoorwaardelijk, wat vaak gunstig is, maar meestal is die voorwaardelijk. In dat geval wordt een bepaalde indexatie nagestreefd, bijvoorbeeld de loonontwikkeling in een bepaalde branche. Maar indexaties uit het verleden zeggen weinig over de toekomst. Het beleid kan jaarlijks worden gewijzigd. Raadzaam is na te gaan hoe dit er uit ziet en wat eventueel het beleggingsbeleid is van de oude en de nieuwe pensioenuitvoerder. Het indexatiebeleid wordt sterk vereenvoudigd weergegeven door middel van een ‘toeslaglabel’ – maar deze informatie is niet verplicht door een pensioenuitvoerder te verstrekken. Lees meer over indexatie van pensioen op onze speciale pagina.

Beter is op zoek te gaan naar de verwoording van het indexatiebeleid, bijvoorbeeld in een brochure, offerte of in juridische stukken. Ook kan het deelnemerbestand voorspellende waarde hebben. Als een pensioenfonds een jong deelnemersbestand heeft met weinig slapers (oud deelnemers), terwijl het nieuwe pensioenfonds een oud deelnemersbestand met veel slapers heeft, dan is dat een indicatie dat waardeoverdracht een negatief effect kan hebben.

Pensioenleeftijd

Nieuwe pensioenregelingen kennen geen prepensioenregeling meer. Deze regeling biedt meer flexibiliteit bij eerder stoppen met werken. Die flexibiliteit gaat verloren bij waarde-overdracht. Ook hebben pensioenregelingen vaak een verschillende pensioenleeftijd. De totale waarde van de pensioenaanspraak verandert niet door het hanteren van een andere pensioenleeftijd, maar voor de flexibiliteit is het wel van belang. Heeft de oude pensioenregeling nog opgebouwde prepensioenrechten, en de werknemer kan daar na premievrijmaking gebruik van blijven maken, dan is dat een reden om de waarde niet over te dragen naar een nieuwe pensioenuitvoerder. ​

Flexbilisering op pensioendatum

waardeoverdracht pensioen voordelen nadelen

​​​Let ook op of het wel of niet is toegestaan om gebruik te maken van flexibiliseringsmogelijkheden. De belangrijkste mogelijkheden zijn:

  • Uitstel van de pensioendatum
  • Vervroegen van de pensioendatum
  • Deeltijdpensioen
  • Demotiepensioen
  • Variabiliseren op de pensioendatum (hoog-laag of laag-hoog constructie)

Hoe meer flexibiliteit de nieuwe pensioenregeling biedt, hoe gunstiger het is de waarde over te dragen. Een premievrij pensioen heeft dit soort flexibele elementen namelijk minder of niet. Zeker na premievrijmaking worden dit soort mogelijkheden de slaper (dat is de werknemer waarvoor geen premie meer wordt betaald ten behoeve van pensioen) ontnomen.

Keuzes tijdens opbouwfase

Pensioenregelingen bieden verschillende mogelijkheden om in te spelen op veranderende wensen en behoeften. Zoals:

  • Wel of niet meeverzekeren van (extra) nabestaandenpensioen
  • Keuze in beleggingsmogelijkheden
  • Garanties

Hoe flexibeler een nieuwe pensioenregeling, hoe gunstiger de waardeoverdracht is.

Risicospreiding

Door pensioengeld te spreiden over meerdere pensioenuitvoerders (niet overdragen), wordt het risico op financieel wanbeleid of financiële problemen door een andere oorzaak gespreid. Er zijn nogal wat redenen waardoor het ene pensioenfonds minder goed presteert dan het andere. Dat kan lagere indexaties of zelfs afstempelen (verlagen) van pensioenuitkeringen met zich meebrengen. Dat kan voor jou een reden zijn om geen waarde over te dragen.

Kosten

waardeoverdracht kosten

Er bestaan pensioenregelingen die nauwelijks kosten onttrekken nadat ze premievrij zijn gemaakt, maar er zijn ook regelingen waarbij juist veel kosten worden onttrokken. Probeer daarom na te gaan welke kosten per jaar zijn verschuldigd nadat je de pensioenregeling stop laat zetten en na waardeoverdracht van je pensioen naar de andere regeling. Hoe lager de kosten van het pensioen via je oude werkgever, hoe ongunstiger het wordt de waarde over te dragen naar een andere pensioenregeling.

Administratieve eenvoud

Als je vaak van werkgever wisselt, dan kunnen er veel verschillende soorten pensioenregelingen naast elkaar ontstaan. Door bij wisseling van werkgever altijd waardeoverdracht te vragen, wordt de pensioenopbouw uitgevoerd door dezelfde pensioenuitvoerder. Dat voorkomt veel papierwerk en correspondentie als een uitkering moet worden aangevraagd.

Kleine pensioenen (afkoopgrens)

klein pensioen bij echtscheiding

Door veel verschillende premievrije pensioenen naast elkaar te laten bestaan, bestaat het risico dat pensioenuitvoerders kleine pensioenuitkeringen niet in laten gaan maar ineens afkopen. Dat kan negatieve gevolgen hebben voor het aankopen van je levenslange uitkering, tenzij extra vrij besteedbaar geld op dat moment toevallig goed uitkomt. In 2019 en 2020 gelden daar wel nieuwe regels voor, lees meer over afkoop klein pensioen op onze speciale pagina daarover.

Dekking bij overlijden

Vergelijk de dekking bij overlijden in de oude premievrije pensioenregeling met de dekking bij overlijden in de nieuwe pensioenregeling met en zonder waardeoverdracht. Bestaat er grote behoefte aan dekking bij overlijden of juist niet? Dan beïnvloedt deze vergelijking de keuze tussen wel of niet waarde overdragen. Let ook op na uitdiensttreding dan bestaat een wettelijk recht op uitruil van ouderdomspensioen voor een hoger (of het in stand houden van) partnerpensioen. Dat kost dan wel een deel van het ouderdomspensioen, maar bij een nieuwe sobere partnerpensioenregeling kan dat wel een goede keuze zijn.

Die keuze moet een werknemer die uit dienst treedt binnen 3 maanden kenbaar maken bij de oude pensioenuitvoerder. Veel pensioenuitvoerders hebben die termijn opgerekt tot 6 maanden. Lees meer over uitruil van pensioen op onze speciale pagina over de gevolgen van pensioen bij ontslag.

Dekking bij ziekte – inlooprisico, uitlooprisicowaardeoverdracht uitlooprisico

Ben je ziek maar ontvang je nog geen maximale uitkering of premievrijstelling? Let dan op wat is geregeld ten aanzien van in- en uitlooprisico. Wat verzekert de oude en de nieuwe pensioenuitvoerder als je meer of langer ziek wordt? Zieke werknemers worden vaak niet betrokken bij collectieve waardeoverdrachten om discussie achteraf te voorkomen. Maar bewaak voor jezelf of dat goed wordt doorgegeven.

Waardeoverdracht niet altijd beter

TipVraag altijd een offerte op voor individuele waardeoverdracht bij wisseling van baan. Vraag ook om waardeoverdracht van alle oude pensioenregelingen. Het opvragen van offertes bindt nog niemand, maar biedt wel veel informatie. Ga vervolgens na op basis van de voorgaande 11 aandachtspunten of waardeoverdracht aantrekkelijk is en zet vervolgens het stappenplan individuele waardeoverdracht (zie onder) in werking. Veel succes. Vragen? Stel ze via het onderstaande reactieformulier.

Boek ‘Pensioen voor dummies‘ – voor wie zelf wil werken aan een goed pensioen

afkoop pensioenWaardeoverdracht van pensioen wordt beschreven in ons boek ‘Pensioen voor dummies’, hoofdstuk 17. Een boek boordevol uitleg wat je helpt bij het maken van de juiste keuzes.

Meer lezen over pensioen?

Bestel hier ons boek ‘Pensioen voor dummies’ zonder verzendkosten.

2019-12-16T12:54:40+01:009 juni 2017|

Geef een reactie

error: Deze content is beschermd, neem contact op via info@fpvi.nl als u deze wilt gebruiken